Lied aanleren volgens OMOKVAR model
Bij deze
een les om een lied aan te leren volgens het OMOKVAR model.
Ik heb
gekozen voor het liedje; Timpe Tampe Tovenaar (zie audio hieronder, deze heb ik
zelf ingezongen).
Ik heb
een les voor groep 3/4 ontworpen.
Ontwerp
Beginsituatie:
(deze verschild per klas, ik heb zelf voor het idee een aantal dingen ingevuld)
-
De
K kennen dit liedje nog niet
-
De
K heeft nauwelijks muziekles
-
De
K gaan snel bewegen als ze muziek horen/ worden enthousiast.
-
De
K vinden het leuk om te bewegen op de muziek.
-
De
les vindt plaats in het klaslokaal in de kring.
Voor
een goede uitgebreide beginsituatie kan je gebruik maken van een vooropgesteld
lesvoorbereidingsformulier. Bijv. (GLVF 1):
Muzikale Opening
Ik
vertel een verhaal over een Tovenaar die mijn moeder ooit tegen kwam. Zijn naam
was Timpe Tampe Tovenaar. Hij gebruikte een rare toverspreuk om mensen in
dieren te laten veranderen. In mijn moeders geval veranderde hij alle mensen in
olifanten, maar mijn moeder was net op tijd gestopt met meezingen. De toverspreuk
werkt namelijk alleen als je de spreuk meezingt. Mijn moeder heeft hier een
liedje over gemaakt.
(Dit
verhaal kan je zelf nog uitbreiden)
Ik zing het liedje
voor.
Ik
vraag waar het liedje over gaat. En wat hun opvalt aan het liedje.
Ik
vraag mij af of ik ook kan toveren. Zou ik de kinderen in mijn klas kunnen
omtoveren tot dieren? Welke dieren kennen de kinderen eigenlijk?
Ik
vraag welke dieren ze kennen en hoe ze deze zouden kunnen uitbeelden zonder rond
te lopen (op eigen plaats), en neem een aantal dieren met ze door.
Kern
Om
te kijken of de toverspreuk echt werkt moeten de kinderen het lied wel mee
kunnen zingen. Ik leer het liedje aan door middel van de weggeef methode.
Ik
zing telkens een stukje voor wat de kinderen na zingen.
Eerst
de eerste twee zinnen in vier stukjes, en dan de tweede twee zinnen, vervolgens
het hele liedje, zonder muziek.
Timpe tampe tovenaar- kom
vertoon je kunsten maar. (eerste
stukje, tweede stukje, hele zin)
Timpe tampe tovenaar- wij
zijn klaar. (eerste
stukje, tweede stukje, hele zin, twee zinnen achter elkaar zonder muziek).
Hatsjie kiele kiele knotsie bom- bimbam
basie paardeblom.
(eerste stukje, tweede stukje, hele zin)
‘k maak van jullie olifanten- bimbam
bom. (eerste
stukje, tweede stukje, hele zin, twee zinnen achter elkaar zonder muziek)
Verwerking
Dan
gaan we klassikaal het liedje zingen op de muziek. Zie link voor karaoke
versie: Karaoke timpe tampe tovenaar Dit doen we 2x.
Ik
vraag de kinderen wat ze van het liedje vinden. Wat valt ze op? Is het een
moeilijk liedje om te zingen? Wat zijn de valkuilen van de tekst?
Afsluiting
We
zingen het lied nogmaals, nu mogen de kinderen erbij gaan staan. De kinderen
zingen de eerste drie regels mee en de laatste regel zing ik alleen; hierbij
noem ik telkens een ander dier dat de kinderen dan kort mogen uitbeelden. (Dit
herhaal ik een aantal keer. Denk aan; giraffe, flamingo, aap, konijn, pinguïn)
Reflectie
Ten
slotte wordt er gekeken naar hoe het lesplan en de uitvoering in de praktijk
overeenkomen. Wat ging goed en wat kan beter?
Hopelijk kunnen jullie hier iets mee en heb ik jullie iets nieuws kunnen leren.
Elisa